Slechts één leerling had wel eens eerder een vis schoon gemaakt. Dus de twee practica waarbij de verteringsorganen van de makreel werden bekeken, waren voor iedereen erg spannend. Het doel was om zorgvuldig te leren prepareren, maar ook om te ontdekken welke organen je terugvindt in de buikholte en om die te leren herkennen. 

Na een uitleg door de docent gingen de leerlingen met papieren instructies zelf aan de slag.

Maag, pyloric caecae (combinatie van alvleesklier en dunne darm), darm, lever, hart en geslachtsorganen: ze waren allemaal goed zichtbaar. Sommige leerlingen vonden het best eng en moesten even wat angst overwinnen. Maar de meesten vonden het een interessante les.

Leerlingen die snel klaar waren of nog iets verder wilden gaan in hun onderzoek prepareerden ook de hersenen uit de kop van de vis. Ook haalden ze de lens – een prachtig rond knikkertje – uit het oog. Uiteindelijk deden alle leerlingen dankzij hun onderzoekende houding veel kennis op.

Het verteringsstelsel bij dieren is iets wat we in de biologielessen op het Ignatius in alle klassen onderzoeken. Er komen dan telkens andere dieren en lichaamsdelen voorbij. Denk aan een rat, een mossel, een kippenpoot, de kieuwen van een vis, een kippenhart, een koeienoog, kalfshersenen, een hele vis, een lamshart, een lamsnier en een wadpier.